Praktijk voor basis psychologische zorg

Angst- en paniekstoornissen

Er is sprake van een paniekstoornis als mensen regelmatig last hebben van een paniekaanval, die vaak onverwacht en zonder oorzaak optreedt. Dit uit zich in trillen of beven, hyperventilatie, transpireren, pijn en/of druk op de borst, misselijkheid of maagklachten, oorsuizen, gevoel flauw te vallen, tintelingen in handen en/of voeten, duizeligheid en hartkloppingen. Mensen zijn dan bang dat ze doodgaan, gek worden of onbeheerste dingen gaan doen.
 

Oorzaken

Meestal zijn irreële gedachten de oorzaak van angst- en paniekaanvallen. Verschillende oorzaken kunnen de klachten verergeren. Bijvoorbeeld door te weinig slaap, te veel koffie en alcohol. Soms is er een lichamelijke oorzaak die de paniekaanval in gang zet of in stand houdt. Bijvoorbeeld een afwijking aan de schildklier.
 
Veel mensen met paniekaanvallen hebben het idee dat zij op een of andere manier de controle kwijt zijn of kwijt zullen raken. Op deze manier kan angst ontwikkeld worden voor deze aanvallen. Een gedachte kan bijvoorbeeld zijn: “Ik voelde me vorige keer al duizelig op die verjaardag, dus ik zal mij een volgende keer ook vast niet goed voelen. Misschien val ik dan wel echt flauw”. Vanuit deze gedachte gaan mensen vaak situaties vermijden.
 
Mensen die een paar keer zo’n onverwachte angstaanval hebben meegemaakt, kunnen erg onzeker raken. Ze worden bang voor de angstaanvallen. Ze zijn steeds meer geneigd die situaties te vermijden waarin zich een aanval heeft voorgedaan. Zo ontwikkelen ze geleidelijk een fobie.
 

Soorten fobieën en angsten

Sommige fobieën gaan gepaard met gerichte angsten, bijvoorbeeld voor spinnen, honden of bloed. Deze enkelvoudige fobieën kunnen op vrijwel alles betrekking hebben. Andere fobieën zijn breder, zoals de angst voor mensen, om te falen of te blozen. Dit zijn de sociale fobieën.
 
Mensen met een sociale fobie zijn vaak extreem verlegen. Ze voelen zich voortdurend kritisch bekeken en hebben steeds het gevoel het ‘niet goed’ te doen. Daardoor zijn ze bang om (nieuwe) contacten aan te gaan en raken ze steeds geïsoleerder. Iemand met straat en pleinvrees (agorafobie) durft nauwelijks alleen thuis, op straat of in grote drukke ruimtes te zijn. In die situaties voelt zo iemand zich in de steek gelaten, weerloos en doodsbang. Daarom gaat hij deze situaties vermijden, met als gevolg dat de wereld steeds kleiner wordt. Deze fobieën komen het meeste voor.
 
Ongeveer vier procent van de bevolking heeft last van angst- en paniekstoornissen.
Het is goed om te weten dat er veel meer mensen zijn met vergelijkbare klachten en dat je er goed wat aan kan doen…. Geef zo min mogelijk toe aan de angst, want daardoor wordt deze alleen maar groter. Ga de angstaanjagende situatie dus niet uit de weg, maar treedt deze juist tegemoet en praat erover! En schaam je vooral niet voor uw angsten: legio mensen hebben er last van.
 
Neemt ondanks al je inspanningen de angststoornis toe of loop je er al lang mee rond, aarzel dan niet om hulp te zoeken. Ontkennen lost niets op: fobieën gaan zelden vanzelf weer over. De meeste fobieën zijn goed te behandelen. Dat kan met behulp van gedragstherapie in gesprekken of via internettherapie. Wanneer je hulp wilt bij angstproblemen, dan kan je je via het aanmeldformulier aanmelden. Bellen kan natuurlijk ook.